Hoofdgerecht
4 personen

Poffertjes


Ingrediënten
125 gr tarwebloem
125 gr boekweitemeel
3 dl lauwe melk
1 ei
10 gr gist
2 el keukenstroop
80 gr gesmolten boter
poedersuiker
zout

 

Bereiden

Zeef de beide meelsoorten door elkaar, maak in het midden een kuiltje en giet hierin een klein gedeelte van de lauw gemaakte melk, waarin de gist is opgelost.

Strooi het zout langs de buitenste rand van de bloem en begin, vanuit het midden, te roeren en een beslag te maken.

Voeg langzamerhand de overige melk, daarna het losgeklopte ei (en de stroop) toe en laat het beslag drie kwartier op een warm plaatsje rijzen.

Doe wat boter in elk kuiltje van de poffertjespan, vul ze voor ongeveer de helft met het beslag en laat de poffertjes aan de onderkant lichtbruin worden en opdrogen.

Keer ze om, bak ze aan de andere kant gaar en dien ze zo warm mogelijk, als eenpersoons porties op, met een flinke laag poedersuiker en met een klontje boter, dat in het midden van de poffertjes wordt gelegd.