1 kg verse mosselen in de schelp
100 ml droge witte wijn
200 ml visfond
200 ml bouillon
35 g boter
35 g bloem (2 volle eetlepels)
100 ml slagroom
100 g (geiten)kaas met fenegriek, geraspt
1 bosje bieslook, fijngeknipt
Stokbrood
Maak de mosselen in de schelp schoon. Breng de wijn en bouillon aan de kook en kook de mosselen tot ze allemaal open staan: schud ze twee keer om. Schep ze uit de pan en haal ze uit de schelp. Smelt de boter in een braadpan en roer de bloem erdoor. Laat een minuutje zachtjes sudderen, haal van het vuur en klop er met een garde de wijn, het visfond en de slagroom door. Breng al roerend met een houten lepel weer zachtjes aan de kook. Roer de kaas erdoor. Laat een minuut of 5 pruttelen tot de kaas is gesmolten en de saus gebonden. Roer regelmatig. Meng de mosselen erdoor, laat eventjes goed doorwarmen, maak op smaak met wat versgemalen peper en roer de bieslook erdoor.
Serveer met een paar schijfjes gestoast knapperig stokbrood.
Naar: de volkskeuken, Loethe Olthuis