Soep
4 personen

Zoetzure rabarbersoep


Ingrediënten

5 rabarberstengels (circa 750 gram)

12 groene asperges

100 gram dubbel gedopte tuinbonen (zeker 5 maal gewicht ongedopt nodig!)

50 ml slagroom

50 gram sjalot

8 sneetjes brood

1 ei

Tijm

 

Tuinboontaartje: Verwarm de oven voor op 200 graden. Blancheer de gedopte tuinbonen 1 minuut. Pel ze en haal de fel groene erwtjes eruit (dubbel gedopt). Pureer ze samen met het ei, de slagroom wat peper en zout en een handje tijmblaadjes. Vet 4 vormpje in met boter en vul ze met de puree. Zet de vormpjes in een bakblik gevuld met water en bak ze au bain-marie 25 tot 30 minuten. Haal uit de oven en laat afkoelen

Soep: maak de rabarber schoon en snijd de stengels in stukjes en de sjalot in ringen. Kook de rabarber in 500 ml water samen met de sjalot, een eetlepel suiker en wat zout en peper. Pureer en voeg ca. 100 ml water toe.

Asperges: maak ze schoon, snijd onderkant eraf en halveer ze. Kook circa 1 minuut in een bodempje water met wat zout en 10 gram boter.

Spinazienestje: voeg wat water bij het kookvocht van de asperges en blancheer de spinazie circa 1 minuut.

Verdeel de soep over 4 kommen en garneer met het tuinbonentaartje, een bundeltje asperges een nestje spinazie en stukjes geroosterd brood. Besprenkel met wat olijfolie. Verrassend fris, ziet er schitterend uit en is (afgezien van de tuinboontaartjes) een eitje.

 

Bron: Cucina Italiana mei 2011