20 witte asperges
1 l kippenbouillon
2 uien, fijn gesnipperd
1 prei, enkel het wit, gesneden
Klontje boter
Zout en versgemalen zwarte peper
100 ml zure room
Cayennepeper
4 el opgeklopte room
2 (zacht)gekookt eitjes, gepeld, geplet
12 mooie stukken gerookte paling
100 g grijze noordzeegarnalen, handgepeld
Zelfgemaakte broodcroutons
Enkele blaadjes bladpeterselie
Schil de asperges met een dunschiller en zet de aspergeschillen op met de kippenbouillon.
Laat tot het kookpunt komen, zeef en zet deze apart.
Snijd de kopjes van de asperges en zet deze even weg. Snijd de rest van de geschilde asperges in kleine stukjes.
Kook de aspergekopjes kort in gezouten water met een klontje boter.
Smelt een klontje boter in een ruime pan en zet de aspergestukjes, ui en prei aan. Kruid met zout en peper. Roer af en toe goed om.
Voeg de bouillon toe en laat de soep een klein halfuurtje op laag vuur pruttelen. Bak ondertussen de aspergekopjes aan in wat boter en kruid met zout en peper.
Voeg 50 ml zure room toe en mix en zeef de soep. Breng op smaak met zout en cayennepeper. Mix nogmaals op met 50 ml zure room.
Breng het gekookte eitje op smaak met zout en peper.
Schep de soep uit in kommetjes en werk af met wat geplet ei, een lepel opgeklopte room, paling, garnalen, croutons en bladpeterselie